Naar iets op zoek?

Neppert

Author:

Een verhaaltje van vorig jaar rond deze tijd. Omdat het helaas nog altijd actueel is. En omdat ik druk was met andere belangrijke Sinterklaas-zaken.

Ik vind dat iedereen die Sinterklaas gaat spelen, eerst een verplichte cursus moet doen. In deze cursus moeten op z’n minst gedrag, schmink en kleding aan bod komen. Sommige Sinterklazen laten boeren, ze hebben gedronken, zijn veel te streng, ze zwaaien te uitbundig en ze springen net iets té gemakkelijk op hun paard. Of juist té ongemakkelijk. Daar moet een goede balans in zitten. Als je niet kan paardrijden, moet je maar gewoon lopend een intocht doen. Of in een koetsje. Diezelfde Sinterklazen maken foute grapjes. Ze stinken naar sigaren of sigaretten en goedkope aftershave. Dat zou de échte Sint nooit doen natuurlijk.

Er zijn Sinterklazen die eruit zien als de Kerstman. Ze zijn te klein, te dik, en hebben een dikke, ronde, rode neus. En ze hebben een kerstmannenpruik, -snor en -baard.
Je hebt ook Sinterklazen die hun (meestal ranzige) snor los hebben zitten. Of scheef. Of de eigen snor komt er gewoon vrolijk onderuit. Je ziet vaak de (soms jarenoude) plakstrips gewoon zitten. Hun baard is niet gewatergolfd, om over de haren maar niet te spreken. Sommige pruiken zien eruit alsof ze drie keer carnaval hebben meegemaakt. Ze hebben rode wangetjes gemaakt van lippenstift. Hun wenkbrauwen zijn gemaakt van touw, of sommigen hebben zelfs geen wenkbrauwen. Vreselijk. Het ziet er niet uit.

Teveel Sinterklazen hebben gewoon een spijkerbroek aan. En dat zie je als hij gaat zitten. Onder die spijkerbroek zie ik dan zwarte sokken en foute schoenen. Dat kan niet mensen, écht niet. Van een tabberd hebben de meeste Sinten nog nooit gehoord. Menig mantel is gewoon uit de verkleedkist getrokken. Hij is niet gestreken en de slijtplekken in het fluweel zijn duidelijk te zien. Er hangen gouden franjes aan, die her en der los hebben gelaten, en in de loop der jaren helemaal bruinig zijn geworden (van gorigheid). De witte jurk is meestal grauw geworden in de was. En mijters zijn vaak geknakt of de stiksels zijn losgelaten. De gouden kruizen zijn ook verweerd. Als er steentjes aan de rand zitten, liggen die er ook half af.  Ik kan wel janken als ik dat zie. Je komt ze meestal tegen in gemeenschapshuizen (Sinterklaas bij de buurt), op kantoren en instellingen (Sinterklaas op het werk) of gewoon bij de mensen thuis (Sinterklaas bij opa & oma). Maar ook menig intocht is voorzien van een ‘Sjappie-Sint’. Schandalig. Kan niet. Mag niet.

En dan nog wat:
Ik geloof dat ik eind augustus al de eerste pepernoten in de winkel zag liggen. Eind augustus!  We waren nauwelijks begonnen met werken na de zomervakantie. Zoiets was het. En een week later landde met een dikke plof ook het eerste ‘speelgoedboekje’ van Toys ‘r Us op de deurmat. Kan niet. Te vroeg. Ik vind dat pepernoten en speelgoedboekjes pas in de week van aankomst van Sint in omloop mogen. Tegelijk met het Sinterklaasjournaal. Als de mandarijntjes lekker zuur zijn. Als ze zomer-sale weer is geweest. En als we de winterkleren weer in de kast hebben liggen.

Nou. Dat.

Over mij

Ferme vrouw | schrijft verhaaltjes | (Sinterklaas)-theater | docente | concerten | festivals | heimwee | wielrennen kijken | sushi | kaas | rosé & thee

RECENTE BERICHTEN

Kamp

Waar ik dus totaal niet aan gedacht had toen ik ging solliciteren op mijn nieuwe baan, was het feit ...

Twitter