Naar iets op zoek?

Palmares.

Author:

In oktober kreeg ik een appje van iemand die ik niet ken.
Hij bleek ‘iets’ te zijn bij de atletiekvereniging van mijn Dorp. Daar heb ik ooit ook eens bij gezeten. Honderd jaar geleden.
Hij vroeg in welk jaar ik geboren was. Want dat was belangrijk.
Hij was een overzicht aan het maken van alle clubrecords.

Ik voorzag het natuurlijk al. AL die clubrecords die ik op mijn naam had staan. En ze zouden opgesomd worden.
Mijn palmares. Op de website…
(nee hoor dit is een grapje. Wat denk je nou zelf?)
Ik vroeg hem me te laten weten wat mijn successen waren. Ik hoorde niks meer van hem. Tot vandaag…

Papa was een van de oprichters. Er waren regelmatig vergaderingen met spichtige mensen die allemaal van hardlopen houden. De vereniging, die al ooit eerder bestaan had, moest nieuw leven worden ingeblazen.

Na een paar jaar werd ik lid van de club. Ik zal 12 geweest zijn ofzo.
Ik was een groot kind. (Ik had maat 36 van schoenen toen ik mijn communie deed. Andere kinderen hadden 32. De Mevrouw van de Schoenenwinkel was lichtelijk in shock.)
Mijn lijf was toen al te groot om lange afstanden te lopen. Heel hoog en ver springen kon ik ook niet.
Ik was eigenlijk helemaal geen atletiekerig meisje. Maar ja. De hele familie zat er op. Dus ik ook.

Het was eigenlijk gedoemd te mislukken. Ik vond er natuurlijk niks aan.
Lange afstanden trok ik al helemaal niet. Ik hobbelde met m’n rode kop ergens achteraan. Ik werd aan alle kanten ingehaald. Als anderen als hindes over de finish kwamen, moest ik nog drie rondjes. Ik hijgde als een dolle. Met geluid en alles. Astmatisch bijna. Mensen bekommerden zich over mij. ‘Gaat het wel, meisje?’
Nee. Het ging dus niet.
Al met al dus geen succes.

Het was zielig. Iemand had me tegen mezelf moeten beschermen denk ik. Sprinten ging wel hoor. Korte stukjes. Jammer dat snelheid maken even duurde. Maar áls de massa eenmaal op gang was…
Dan had ik bij de finish weer een halve kilometer nodig om te stoppen.

‘Waarom ben je er in ’s hemelsnaam dan niet mee gestopt, Lien?’

Nou… dat wilde ik al bijna gaan doen. Maar ik werd ontdekt. Als werpster.
Jawel mensen. Er zat best wel wát potentie in dat Ferme Kind.
Kogelstoten, speerwerpen en discuswerpen. Dat kon ik goed. Met m’n massa en gewicht. En m’n imposante bovenarmen.
Waar anderen zo’n kogel nog niet eens op konden tillen, smeet ik hem weg alsof het niks was.
Ik deed mee aan wedstrijden. Ik boekte succes. Daar móest vast en zeker een clubrecord van mij bij zitten.
Op zich niet zo’n hele prestatie hoor. Er waren maar weinig dikkige meisjes van mijn leeftijd die veroordeeld waren tot de kogel, discus of speer. Ik stond al snel in de top 3. En daar hoefde ik niet eens zo heel veel voor te doen.

Benieuwd naar mijn prestaties, snelde ik vandaag naar de website van de club. Ik zocht bij de meisjes junioren.

Goed. En toen was alle euforie al snel voorbij. Niet één keer komt mijn naam voor in het lijstje. In al die jaren zijn er natuurlijk way meer meisjes die me overtroffen hebben. Want ja. Zo’n godin was ik nou ook weer niet.

Een weinig indrukwekkende palmares.
Of nou ja. Een lege eigenlijk.

ferme vrouw | schrijft verhaaltjes | docente Nederlands | concerten | festivals | hypnose | wielrennen kijken | sushi | kaas | rosé & thee


Related Entries

de klauw.

Over mij

Ferme vrouw | schrijft verhaaltjes | (Sinterklaas)-theater | docente | concerten | festivals | heimwee | wielrennen kijken | sushi | kaas | rosé & thee

RECENTE BERICHTEN

Kamp

Waar ik dus totaal niet aan gedacht had toen ik ging solliciteren op mijn nieuwe baan, was het feit ...

Twitter